Bij uw risicobeoordeling volgens bijlage 5 bepaald u aan de hand van de eigenschappen van uw ggo wat het correcte inschalingsartikel, het juiste inperkingsniveau en daarmee de juiste procedure is.
U moet er bij de risicobeoordeling volgens bijlage 5, deel I, rekening mee houden dat uw gastheer op één van de volgende bijlagen van de Regeling ggo staat: bijlage 2 (apathogene micro-organismen), bijlage 4 (pathogene micro-organismen en virussen) of bijlage 7 (planten).
Voor donorsequenties geldt dat als ze afkomstig zijn van pathogene micro-organismen, deze micro-organismen op bijlage 4 moeten staan.
Welke bijlagen gebruikt u bij de risicobeoordeling?
De volgende bijlagen dient u toe te passen bij uw risicobeoordeling:
- Bijlage 2, lijst A1 - Gastheerorganismen behorende bij combinatie A (lijst van apathogene micro-organismen)
- Bijlage 2, lijst A2 - Vectoren (alleen namen) behorende bij combinatie A
- Bijlage 2, lijst A3 - Inserties behorende bij combinatie A
- Bijlage 4 - Indeling in klassen van pathogene virussen, bacteriën, schimmels en parasieten
- Bijlage 7, lijst van planten behorende bij de Regeling ggo
- Bijlage 11, genetisch gemodificeerde organismen geschikt voor S-I
Via de link in de rechterkolom kunt u de bijlagen inzien. Tip: U kunt eenvoudig zoeken in de lijsten door op Ctrl+F te drukken en vervolgens (een deel van) de naam van het organisme of de vector in te voeren.
Waarom wordt bijlage 2.1.2 nog beschikbaar gesteld?
Verder bevatte de Regeling ggo 2003, die van kracht was tot 1 maart 2015, de bijlage 2.1.2 met vectoren die geschikt waren bevonden voor de vervaardiging van genetisch gemodificeerde organismen met behulp van animale cellen of plantencellen. In oude vergunningen afgegeven voor 1 maart 2015 wordt soms naar deze bijlage verwezen. Door deze bijlage als hulpmiddel aan te bieden kunt u terugzoeken welke vectoren er oorspronkelijk opstonden. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.