Wat is een categorie van fysische inperking?
Een categorie van fysische inperking (CFI (categorie van fysische inperking ) (categorie van fysische inperking )) is een bepaald type werkruimte waar u activiteiten met genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) op een veilige manier kunt uitvoeren. Voorbeelden zijn een microbiologisch laboratorium (ML), een dierverblijf (D) of een plantenkas (PK). De combinatie van het type werkruimte en het inperkingsniveau (I, II, III of IV), resulteert in een CFI (zoals ML-I, D-I, PKa-I). Voor iedere CFI zijn de inrichtings- en werkvoorschriften vastgelegd in bijlage 9 van de Regeling ggo. Doordat de werkruimte voldoet aan voorgeschreven inrichtingseisen en doordat u werkt volgens voorgeschreven werkvoorschriften wordt de inperking en daarmee de veiligheid gewaarborgd.
Wat is het ggo-gebied?
Het ggo-gebied is dat deel van de instelling waar ggo’s aanwezig kunnen zijn en waar de ggo-regels nageleefd moeten worden. Het bestaat uit de CFI’s, waar met ggo's gewerkt mag worden en het 'overig deel ggo-gebied' (ODG (overig deel ggo-gebied )). Om de veiligheid te waarborgen is het belangrijk dat de verspreiding van ggo’s voorkomen wordt, daarom is het ggo-gebied beperkt toegankelijk. Het ggo-gebied kan uit verschillende delen van een instelling bestaan, zonder dat ze met elkaar verbonden hoeven te zijn, maar zij moeten wel als zodanig zijn aangewezen.
Wat is het verband tussen inperkingsniveaus en risicoklassen?
De inperkingsniveaus corresponderen met de vier risicoklassen die we kennen voor micro-organismen. De indeling van micro-organismen in vier klassen is afhankelijk van de eigenschappen van het micro-organisme en de mate waarin het ziekteverwekkend is voor mens, dier of plant. Klasse 1 bevat de niet-ziekmakende apathogene micro-organismen, de hogere klassen bevatten micro-organismen die in toenemende mate ziekteverwekkend zijn, waarbij micro-organismen van klasse 4 potentieel dodelijk zijn.
Overzicht van de verschillende CFI's
CFI
Microbiologisch laboratorium | Dierverblijf | Plantenkassen- en kweekcellen | Overig |
---|---|---|---|
ODG (overig deel ggo-gebied )* | |||
ML-I | D-I, DM-I | PL-I, PC-I, PKa-I, PKb-I, PCM-I/PKM-I | S-I**, AP-I*** |
ML-II | DM-II | PCM-II/PKM-II | |
ML-III | DM-III | PCM-III/PKM-III | |
ML-IV | DM-IV | PCM-IV/PKM-IV |
*Het ODG zijn overige ruimten, die geen fysische inperking hebben, maar waar zich wel ggo’s mogen bevinden. In het ODG is alleen opslag van ggos van niveau I en II of opslag van afval dat ggo’s bevat of kan bevatten dat afkomstig is van niveau I of II toegestaan. De specifieke voorschriften die voor deze opslag gelden zijn opgenomen in bijlage 9 onder ODG. In het ODG mag u geen handelingen met ggo's uitvoeren.
** De vereisten aan een S-I laboratorium zijn gelijk aan die van een ML-I laboratorium (zie bijlage 9). De S-I procedure maakt het mogelijk om met zeer veilige ggo’s activiteiten voor leer- en onderwijsdoeleinden (bijvoorbeeld op scholen) uit te voeren zonder dat u een omgevingsvergunning hoeft aan te vragen.
*** AP-I beschrijft de apparatuurruimte waar u gesloten handelingen in apparaten met ggo’s die vervaardigd zijn op niveau I uit mag voeren. AP-I heeft minder inrichtings- en werkvoorschriften dan ML-I, omdat hier alleen gesloten handelingen mogen worden uitgevoerd.
Grootschalig
Grootschalig**** |
---|
MI-I |
MI-II |
MI-III |
MI-IV |
**** MI staat voor Micro-organisme Industriële schaal. In tegenstelling tot andere CFI (categorie van fysische inperking )’s correspondeert bij grootschalige toepassingen het inperkingsniveau niet met de pathogeniteitsklasse van het micro-organisme. De inschaling van ggo’s afkomstig van ML-I of ML-II die grootschalig toegepast gaan worden (meer dan 100 liter), komt volgens bijlage 5 van de Regeling ggo altijd op MI-III uit. Via een 2.8 verzoek kunt u laten beoordelen of een ggo voor een inschaling op MI-I of MI-II in aanmerking komt.