Waarom moet u een risicobeoordeling uit voeren?
Voordat u begint met uw werkzaamheden met genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) dient u een risicobeoordeling uit te voeren om te bepalen op welke wijze u veilig kunt werken met de ggo’s. Hiermee bepaalt u welk inperkingsniveau (I, II, III of (IV)) en welke categorie van fysische inperking (CFI (categorie van fysische inperking )) van toepassing zijn voor uw activiteiten. Het inperkingsniveau bepaalt tevens welke procedure u moet volgen voor het aanvragen van uw ggo-activiteiten. Voor niveau I en II geldt de kennisgevingsprocedure en voor niveau III geldt de vergunningprocedure.
Wat is een risicobeoordeling?
Een ggo bestaat uit een gastheer, een vector en een donorsequentie. Bij de risicobeoordeling beoordeelt u alle eigenschappen van de gastheer, vector en donorsequentie in de context van het ggo. En vervolgens neemt u de handelingen die u met het ggo wilt gaan uitvoeren in ogenschouw. Daarna bepaalt u op welke wijze handelingen met dit ggo veilig uitgevoerd kunnen worden, zodat het risico voor mens en milieu verwaarloosbaar klein is.
Hoe doet u de risicobeoordeling?
Voor de standaard risicobeoordeling kunt u bijlage 5 van de Regeling ggo volgen. Indien uw ggo niet past in de regels van de bijlage 5, dient u een risicobeoordeling volgens bijlage 8 van de Regeling ggo uit te voeren.
Vijfjaarlijkse herbeoordeling van de risicobeoordeling
Uiterlijk vijf jaar na de datum waarop u de laatste volledige risicobeoordeling heeft uitgevoerd, moet u bezien of de uitkomst van die risicobeoordeling nog steeds passend is. De bedoeling van de herbeoordeling is om te bekijken of de werkzaamheden ook volgens de nieuwste inzichten nog steeds veilig worden uitgevoerd. De bijlages 2, 4, 5, 7 en 9 worden regelmatig aangepast aan deze nieuwe inzichten. Voor de herbeoordeling moet u daarom de op dat moment geldende versie van deze bijlages hanteren. Een toelichting op de vijfjaarlijkse herbeoordeling vindt u in pdf vorm in de IG (ingeperkt gebruik ) downloads.